Anesthesie betekent letterlijk ‘niets voelen, geen gewaarwording’. Onze anesthesisten zorgen ervoor dat een operatie, onderzoek of behandeling pijnloos voor jou verloopt. Ze zorgen ook voor een goede bestrijding van pijn na de ingreep.
Maar ze doen nog veel meer: ze zorgen ervoor dat levensbelangrijke functies van je lichaam (hart, longen, hersenen en nieren) tijdens een ingreep beschermd worden en stabiel blijven. Daarvoor krijg je voor en tijdens de operatie de nodige medicijnen, antibiotica, vocht en eventueel bloed toegediend.
Tijdens en na de operatie
Onze anesthesisten blijven tijdens de operatie altijd bij jou in de buurt. Na een volledige verdoving brengen ze je na de operatie ook weer bij bewustzijn en zorgen ze voor aangepaste pijnmedicatie.
Na de operatie ga je naar de uitslaapkamer, ook wel ‘ontwaakzaal’, ‘verkoever’ of ‘recovery’ genoemd. Onder de leiding van de anesthesisten houden gespecialiseerde verpleegkundigen je hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte in de gaten. Ze bekijken ook of verdere pijnstilling nodig is. Het verblijf in de ontwaakzaal varieert van een half uur tot enkele uren. Bij een grote operatie of als je zwaar ziek bent, opteert de anesthesist er soms voor om je meteen na de operatie naar de afdeling Intensieve zorg te brengen waar je eventueel vertraagd kan ontwaken en langer van dichtbij kan opgevolgd worden.
Je mag terug naar je kamer zodra je goed wakker bent of de gedeeltelijke verdoving begint uit te werken, je conditie stabiel is en je pijn en misselijkheid onder controle zijn.
Volledige of gedeeltelijke verdoving
We kunnen de soorten verdovingen indelen in twee groepen:
Bij een volledige of algemene verdoving brengen de anesthesisten je volledig ‘in slaap’ door de pijnprikkel ter hoogte van je hersenen aan te pakken.
Bij een gedeeltelijke of (loco)regionale verdoving verdoven de anesthesisten een bepaald deel van je lichaam door te verhinderen dat de pijnprikkel je hersenen bereikt. Mogelijke technieken zijn een epidurale verdoving, een plexusverdoving of een spinale verdoving.
De keuze voor een volledige of gedeeltelijke verdoving is afhankelijk van de soort ingreep, je eigen voorkeur en die van de anesthesist en chirurg.
Het voordeel bij een gedeeltelijke verdoving is dat de plaatselijke pijnbestrijding na de operatie nog een tijd blijft werken, dat je je niet suf voelt en dat de kans kleiner is dat je je misselijk voelt.
Soms is een volledige verdoving absoluut noodzakelijk, omdat de operatie lang duurt of omdat je op de operatietafel in een oncomfortabele houding moet liggen.
Als dat nodig is, kan de anesthesist de soort verdoving aanpassen.
Bijwerkingen en risico's
Een verdoving kan bijwerkingen met zich meebrengen. Afhankelijk van de soort verdoving, zijn er soms ook risico’s aan verbonden. Tegenwoordig zijn alle vormen van anesthesie zeer veilig. De meeste verwikkelingen die zich tijdens een operatie voordoen, hangen samen met de algemene gezondheidstoestand van de patiënt (bijv. aandoeningen van hart of longen, zwaarlijvigheid, roken ...) en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen. Hoe gezonder je voor de operatie bent, hoe kleiner de kans op problemen achteraf.
Lees meer over mogelijke bijwerkingen bij een volledige of gedeeltelijke verdoving.
Pijn bij kinderen
Kinderen en hun ouders kunnen terecht bij het pijnteam voor kinderen met hun vragen over pijn en de behandeling ervan.