Antihormonale therapie

Hoe werkt antihormonale therapie?

Antihormonale therapie onderdrukt de aanmaak van hormonen of verhindert het effect van hormonen op de kankercel.

Wanneer krijg je antihormonale therapie?

Antihormonale therapie wordt ingezet als de artsen vermoeden dat een hormoon de groei van kankercellen stimuleert. Dat is bijvoorbeeld het geval bij bepaalde soorten borstkanker, prostaatkanker, schildklierkanker of speekselklierkanker.

Soms wordt antihormonale therapie gecombineerd met andere behandelingen, zoals doelgerichte therapie of chemotherapie.

Hoe wordt antihormonale therapie toegediend?

Je kan een antihormonale therapie op verschillende wijzen toegediend krijgen:

• met tabletten of capsules die je via de mond inneemt
• via een inspuiting onderhuids of in de spier

Bijwerkingen

Alle kankerbehandelingen kennen jammer genoeg een aantal mogelijke bijwerkingen. De mate en ernst van de bijwerkingen verschillen per persoon en zijn afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals de soort antihormonale therapie, de voorgeschreven dosis, de combinatie met andere medicijnen en/of behandelingen en (voor vrouwen) of je wel of niet in de overgang bent. Je behandelend arts informeert je daarover zo volledig mogelijk.

Meld bijwerkingen altijd aan je arts of een verpleegkundige op de afdeling waar je behandeld wordt. Zij kunnen je advies geven hoe je er het best mee omgaat. Het al dan niet optreden van bijwerkingen zegt niets over het effect van je kankerbehandeling.

Wetenschappelijk onderzoek

Mogelijk krijg je antihormonale therapie door deel te nemen aan een klinische studie (wetenschappelijk onderzoek).