Op deze pagina
- Wat is een prostaatverwijdering met robot?
- Waar gebeurt een prostaatverwijdering met robot?
- Wanneer gebeurt de ingreep?
- Voorbereiding op een prostaatverwijdering
- Verloop uren voor de operatie
- Verloop operatie
- Verloop uren en dag na de operatie
- Aanbevelingen en veel voorkomende klachten na de operatie
- Opvolging na een prostaatverwijdering
- Mogelijke gevolgen van een prostaatverwijdering
- Hoeveel kost een prostaatverwijdering met robot?
Wat is een prostaatverwijdering met robot?
Bij een niet-uitgezaaide prostaatkanker kan je uroloog voorstellen om je prostaat weg te nemen. Dat gebeurt via een kijkoperatie (laparoscopisch), de uroloog maakt daarbij gebruik van een Da Vinci-operatierobot. Die robot is niet computergestuurd en voert ook geen zelfstandige handelingen uit. De uroloog stuurt met een console de robotarmen aan.
Waar gebeurt een prostaatverwijdering met robot?
De ingreep gebeurt in ZAS Augustinus. Voor patiënten die in behandeling zijn in ZAS Palfijn, vindt de operatie plaats in een geassocieerd ziekenhuis.
De controles achteraf vinden plaats in ZAS Augustinus, ZAS Cadix, ZAS Middelheim, ZAS Palfijn, ZAS Sint-Jozef, ZAS Vincentius of in de privépraktijk van je uroloog.
Wanneer gebeurt de ingreep?
De ingreep gebeurt meestal ten vroegste 6 tot 8 weken na de prostaatbiopsies. Die veroorzaken namelijk een tijdelijk ontstekingsproces, waardoor de prostaat vast komt te zitten aan de omliggende weefsels en moeilijker te verwijderen valt.
Vroeger opereren geeft meestal slechtere resultaten. Er bestaat dan een risico dat de dikke darm wordt geraakt, de erectiezenuwen kunnen moeilijker losgemaakt worden en het risico bestaat dat stukjes prostaat (en dus soms prostaatkanker) achterblijven.
Bij een prostaatkanker met hoog risico willen we de operatie liefst ten laatste 12 weken na de prostaatbiopsies uitvoeren. Studies hebben bewezen dat die wachttijd van 8 tot 12 weken geen slechtere uitkomst geeft. Bij een prostaatkanker met laag risico kunnen we langer wachten. Dit wordt uiteraard besproken met je arts.
Voorbereiding op een prostaatverwijdering
- Als voorbereiding op de operatie krijg je een uitnodiging om de vragenlijst voor de preoperatieve voorbereiding in te vullen of word je uitgenodigd voor een gesprek met een van onze anesthesisten.
- Het is belangrijk dat je mogelijke allergieën meedeelt zodat we de nodige preventieve maatregelen kunnen nemen. Voorbeelden zijn latexallergie, contrastallergie, allergie voor bepaalde medicijnen of producten ...
- Ben je 65 jaar of ouder? Dan zijn voor je operatie een bloedonderzoek en een elektrocardiogram (ECG) nodig.
- Je krijgt een afspraak bij de bekkenbodemkinesitherapeut. Die legt de werking van de bekkenbodem en omliggende structuren uit en leert je oefeningen aan waarmee je na de ingreep urineverlies kan voorkomen.
- Bespreek met je arts het gebruik van bloedverdunners. Enkele voorbeelden daarvan zijn Aggrenox, Plavix, Ticlid, Sintrom, Marcoumar, Marevan, Xarelto, Eliquis ... Omdat die producten de bloedstolling beïnvloeden, betekenen ze een groot bloedingsgevaar tijdens en na de operatie. De arts zal met je bespreken om de inname van die medicijnen een periode voor de operatie te stoppen. Asaflow mag je bij de meeste ingrepen gewoon doornemen. Je uroloog zal dat met je bespreken.
Verloop uren voor de operatie
- Je bent de dag van de ingreep nuchter. Dat betekent dat je vanaf middernacht niet meer mag eten, drinken of roken.
- Thuismedicatie mag je innemen met een klein beetje water. Volg ook de richtlijnen die de anesthesist je mogelijk heeft gestuurd als antwoord op de vragenlijst die je hebt ingevuld.
- Breng je identiteitskaart en (eventueel) het document van je hospitalisatieverzekering mee.
- Breng je thuismedicatie mee in de originele verpakking.
- De verpleegkundige vertelt je hoe laat je geopereerd wordt.
- De verpleegkundige scheert de operatiestreek of jij kan dat vooraf thuis doen.
- Vlak voor het vertrek naar de operatiekamer doe je eventuele juwelen, piercings, lenzen of tandprothesen uit en trek je een operatieschortje aan.
- Anti-trombosekousen dienen om tijdens en na de operatie bloedstolsels in je aders te vermijden.
Verloop operatie
- Je wordt volledig verdoofd voor de duur van de ingreep.
- Via kleine gaatjes in je onderbuik bereikt de uroloog je prostaat en de lymfeklieren in je onderbuik.
- De uroloog neemt je prostaat volledig weg, samen met het prostaatkapsel (een dunne bindweefsellaag rond de prostaat) en de zaadblaasjes.
- Als dat nodig is, verwijdert de uroloog ook de lymfeklieren in je kleine bekken (lymfeklierverwijdering).
- Indien mogelijk spaart de uroloog de zenuwen die belangrijk zijn voor een erectie.
- De blaasuitgang wordt daarna gereconstrueerd en over een blaassonde op de plasbuis gehecht.
- In het operatiegebied wordt soms een wonddrain achtergelaten om wondvocht af te voeren.
- Gemiddeld duurt de ingreep een drietal uur. Soms kan dat langer zijn door bijvoorbeeld verklevingen in de buik van een vorige operatie. Bij een lymfeklierverwijdering kan de ingreep een uur langer duren.
Verloop uren en dag na de operatie
- Je slaapt enkele uren uit op de recovery. Daarna ga je terug naar je kamer op de verpleegafdeling urologie.
- Als dat nodig is, blijf je een nacht op de recovery of op de afdeling Intensieve zorg.
- Als je wakker wordt, kan je een onaangenaam gevoel ervaren in de blaas. De blaassonde kan je namelijk het continue gevoel geven van te moeten plassen. Het is cruciaal dat je niet aan die sonde trekt. Zo nodig start de verpleegkundige extra medicatie op om de blaaskrampen te verzachten.
- De uroloog bepaalt wanneer je weer mag eten en drinken. Meestal kan dat enkele uren na de operatie.
- De eerste dag na de operatie wordt het infuus verwijderd en krijg je pijnstilling in pilvorm. In overleg met de uroloog wordt een eventuele wonddrain verwijderd.
- Om de kans op een trombose in je benen te verkleinen, is het van belang dat je zo snel mogelijk weer uit bed komt en draag je in het ziekenhuis steunkousen. Bij verhoogd risico op trombose zal je ook dagelijks een spuitje in je buik krijgen.
- De dag na de ingreep of de dag daarna kan je normaal naar huis gaan.
- De blaassonde blijft 5 dagen ter plaatse om de nieuw gemaakte verbinding tussen blaas en plasbuis te laten genezen. De blaassonde kan weg als de verbinding tussen blaas en plasbuis goed genezen is. We controleren dat eventueel met een radiografie van de blaas nadat we via de blaassonde contrastmiddel hebben toegediend (cystografie).
- Je verlaat het ziekenhuis dus met blaassonde en beenzakje. Je krijgt instructies voor de verzorging van je blaassonde.
Aanbevelingen en veel voorkomende klachten na de operatie
- Pijnbehandeling is cruciaal in het herstel na de operatie, neem dus de pijnmedicatie zoals voorgeschreven.
- Drinken is zeer belangrijk om de blaas te spoelen, bij voorkeur minstens 2 liter vocht gespreid over de dag.
- De eerste stoelgang kan soms tot vijf dagen uitblijven na de ingreep. Hiervoor wordt Movicol voorgeschreven.
- Pers niet bij de ontlasting. Zorg voor een geregelde zachte stoelgang (vezelrijke voeding). Als dat nodig is, zal je uroloog je stoelgangverzachtende medicatie voorschrijven.
- Zwelling van de penis en de balzak en een onaangenaam gevoel in het perineum (zitvlak) zijn normaal. Die klachten kunnen soms tot 3 maanden aanhouden.
- Blauwe plekken ter hoogte van de penis, balzak en de flanken kunnen voorkomen. Die verdwijnen spontaan na enige tijd.
- Soms kan je door de blaassonde een krampachtige pijn in de onderbuik ervaren waarbij je het gevoel hebt dat je steeds moet plassen. Urine kan daarbij naast de sonde naar buiten komen. Kijk altijd na of er nog urine in het zakje komt: als de sonde verstopt is, kan dat namelijk dezelfde klachten geven. Bij blaaskrampen kan je oxybutynine of solifenacine nemen, voorgeschreven door je uroloog.
- Als er geen urine meer afloopt of als er veel urine naast het opvangzakje lekt, kijk dan eerst of de katheter niet ergens afgeknikt zit. Komt er na 15 minuten geen urine in het opvangzakje? Dan kan de sonde verstopt zijn door een bloedklonter. Je gaat het best naar de dienst spoedgevallen om de sonde te laten doorspuiten. In GEEN enkel geval mag de sonde verwijderd of vervangen worden voor er contact werd opgenomen met de uroloog van wacht!
- Tot 8 weken na de operatie kan je bloed in de urine zien. Je moet goed drinken om verstopping te voorkomen. Bij zeer donkerrode urine met klonters neem je contact op met je uroloog.
- Je moet de verbanden niet vervangen tenzij ze vuil zijn of loskomen. Als ze waterafstotend zijn, dan mag je ermee douchen en ze daarna vervangen.
- Als er haakjes gebruikt zijn om de wondjes te sluiten, dan worden die normaal na 10 tot 14 dagen verwijderd. Dat gebeurt meestal op een controleraadpleging bij de uroloog, maar de huisarts of thuisverpleging kan dat ook doen.
- Zware inspanningen, fietsen en seksueel contact mogen niet de eerste 6 weken.
Wanneer contact opnemen?
- Als de blaassonde verstopt is.
- Als de blaassonde eruit gevallen is.
- Bij wondlekkage.
- Bij koorts hoger dan 38,5°C.
- Bij ernstige brandende pijn tijdens het plassen en vaak plassen of als je niet meer kunt plassen nadat de blaassonde verwijderd is.
- Bij blijvende pijnklachten in de buik.
Mogelijke gevolgen van een prostaatverwijdering
De blaashals is de overgang tussen blaas en prostaat. De blaashals, samen met de prostaat, de sluitspier en de spieren van de bekkenbodem zorgen voor de continentie, het kunnen ophouden van urine. Nadat de prostaat en de blaashals zijn weggenomen, is urineverlies mogelijk. Vaak treedt dat op tijdens momenten dat de druk in de buik toeneemt, bijvoorbeeld hoesten, lachen, zwaar tillen, overeind komen uit een stoel. We noemen dat stressincontinentie of inspanningsincontinentie.
Meestal is het urineverlies van korte duur. Het kan goed behandeld worden door regelmatig je bekkenbodemspieren te oefenen. Je krijgt daarvoor bekkenbodemkinesitherapie voorgeschreven. De bekkenbodemkinesitherapeut volgt je op tot je ‘droog’ bent. Je moet wel geduld hebben, de moed niet laten zakken en goed blijven oefenen.
Bij 5 tot 10 % van de mannen treedt een blijvende vorm van incontinentie op. Dat kan verholpen worden door bijvoorbeeld een male sling of kunstmatige sluitspier.
De zenuwbundels die verantwoordelijk zijn voor de erecties liggen achter en vlak tegen de prostaat aan. Omdat je de operatie hebt ondergaan voor prostaatkanker heeft zo veel mogelijk kankercellen wegnemen voorrang op de zenuwbundels sparen. Alleen als de tumor klein is, kan de uroloog proberen om 1 of beide zenuwbundels te sparen. Dat lukt niet altijd.
- Als de 2 zenuwen gespaard werden, dan heb je 60 tot 70 % kans dat de erecties terugkomen naar een niveau van voor de ingreep.
- Als er 1 zenuw gespaard werd, daalt dat percentage naar 50 tot 60 %.
- Als er geen zenuwen gespaard werden, zal je na de ingreep meestal geen spontane erecties meer hebben.
Het herstel van een zenuw kan soms tot 3 jaar duren en soms treedt jammer genoeg geen herstel op.
Als er 1 of 2 zenuwen gespaard werden, raden we aan om redelijk snel na de operatie te starten met erectiestimulerende middelen. Dat is meestal een dagelijkse dosis Tadalafil 5 mg, maar er zijn ook alternatieven mogelijk. Het doel is om voornamelijk nachtelijke erecties te stimuleren. Seksueel contact is niet aangewezen de eerste 6 weken na de ingreep.
Als er geen zenuwen gespaard werden of er geen gunstig herstel is na zenuwsparing, wordt er 3 maand na de ingreep, zo gewenst, gestart met injecties rechtstreeks in de penis. Die geven een lokaal hormonaal signaal en overbruggen dus de zenuwen om een erectie te krijgen.
Als de injecties onvoldoende werken, kan een penisprothese overwogen worden.
Erectiestoornissen kunnen een zware psychologische impact hebben bij patiënten en hun partner. Als jij of je partner daar nood aan hebt, kan je een gesprek met een seksuoloog vragen.
De prostaat produceert het zaadvocht, de teelballen produceren de zaadcellen. Bij een zaadlozing wordt het zaadvocht met de zaadcellen naar buiten gedreven. Na een robotgeassisteerde laparoscopische prostatectomie heb je geen zaadlozing meer omdat je prostaat is weggenomen en de zaadleiders losgekoppeld en afgebonden zijn. Bijgevolg word je dan ook onvruchtbaar.
Het orgasme hoeft na de operatie niet verdwenen te zijn. Soms voelt het iets anders aan dan je gewend was. In zeldzame gevallen kan je bij opwinding wat druppelverlies ervaren. Uitzonderlijk kan je bij een orgasme ook kortstondig urine verliezen.
Lymfeklieren zijn opslagplaatsen waar afweercellen ons beschermen tegen lichaamsvreemde stoffen zoals virussen of bacteriën. Bij prostaatkanker met hoger risico moeten we die lymfeklieren soms wegnemen omdat kankercellen daarin kunnen uitzaaien. Als dat bij jou nodig is, zal de uroloog dat voor de operatie met jou bespreken.
Als de lymfeklieren zijn weggenomen, kan de huid rond de penis-, balzak- en schaambeenregio opzwellen. Dat verdwijnt meestal na enige tijd, maar kan soms terugkomen.
Soms blijven de lymfevaten nog wat nasijpelen. Dat kan het gevoel van een gezwollen buik geven. Dat verdwijnt binnen de 3 maanden na de ingreep.
De sijpelende lymfevaten kunnen uitzonderlijk een lymfocoele vormen, een holte gevuld met lymfevocht. Die cyste kan op omliggende structuren een druk uitoefenen en tot verschillende klachten leiden, zoals druk op een beenader (gezwollen been) of druk op de blaas (plasklachten). Als de cyste verwijderd wordt, verdwijnen de klachten.
Na elke operatie kan een nabloeding optreden.
Na elke operatie kan een wondinfectie optreden.
Bij een robotgeassisteerde prostaatverwijdering is de kans op een vernauwing van de plasbuis klein. Als dat gebeurt, ontstaat er ter hoogte van de nieuw gevormde verbinding tussen de blaas en de plasbuis door littekenvorming soms een vernauwing. Daardoor ledigt de blaas moeilijker.
Als de blaas onvoldoende leeg geraakt, kan dat leiden tot urineweginfecties en problemen met de nierfunctie, zelfs zonder dat je plasklachten hebt. Daarom doen we de eerste 2 jaar na de ingreep op regelmatige tijdstippen een plastest en aanvullende echografie van de blaas. We vragen je daarom om altijd met een volle blaas naar de raadpleging te komen.
Een vernauwing van de plasbuis kan opgelost worden door een kleine ingreep die de uroloog vaak via de plasbuis kan uitvoeren. Zelden veroorzaakt zo’n vernauwing blijvende problemen. Vernauwingen kunnen wel terugkomen.
Hoeveel kost een prostaatverwijdering met robot?
Voor de operatie en de opname in het ziekenhuis is er altijd een tussenkomst als je bent aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds.
Het deel van de factuur waarvoor je ziekenfonds niet tussenkomt, moet je zelf betalen, tenzij je een aanvullende hospitalisatieverzekering hebt. Verwittig daarom de hospitalisatieverzekering voor de ingreep, zodat je de juiste polisvoorwaarden kent en niet voor verrassingen komt te staan.
Bijzondere omstandigheden
We geven hier algemene informatie en ook extra informatie naast het gesprek met je uroloog. Bijzondere omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat we onze aanpak wat moeten veranderen. Als dat het geval is, zal de uroloog je dat zeker laten weten.
Vragen?
Stel ze gerust aan je arts of aan de verpleging.