Elektrocardiogram

Bij bijna elke raadpleging en ziekenhuisopname zal een ECG, ofwel hartfilmpje, afgenomen worden. Gedurende enkele seconden registreert de arts de elektrische activiteit van je hart.  

Het ECG geeft informatie over je hartfrequentie (het aantal slagen per minuut) en de (on)regelmatigheid van je hartritme . Het kan veranderingen tonen die wijzen op geleidingsstoornissen, structurele hartafwijkingen of eventuele hartspierschade door zuurstoftekort.

Hoe verloopt het onderzoek?

• Je gaat liggen op de onderzoekstafel.
• De arts of verpleegkundige brengt 10 zuignapjes  aan op je ontbloot bovenlichaam: 6 op de linkerzijde van de borstkas en 4 ter hoogte van je 4 ledematen. Op de plek waar de zuignapjes komen, wordt eerst met een spray vocht aangebracht. Dat bevordert de elektrische geleiding. De zuignapjes zijn via kabeltjes verbonden met het ECG-toestel .
• Je blijft enkele seconden stil en ontspannen liggen terwijl de opname gebeurt.
• Het ECG is op het beeldscherm te zien en wordt ook digitaal opgeslagen. Zo kan de arts het achteraf steeds raadplegen.