Borstkanker: de behandelingen

Bij een operatie kiest de arts voor een borstsparende operatie of een borstamputatie. 

• Borstsparend betekent dat alleen het gezwel, het weefsel errond en de sentinelklier in je oksel worden weggenomen. 
• Als een borstsparende operatie niet mogelijk is, voeren we een borstamputatie uit. We nemen dan de volledige borst weg. Achteraf kan de plastisch chirurg eventueel de vorm herstellen met een borstreconstructie. 

Bij een borstoperatie nemen we ook ineens de schildwachtklier of sentinelklier weg voor verder onderzoek. Die klier vormt namelijk de toegangspoort naar de rest van je lymfeklieren (vandaar de naam schildwachtklier). Is de schildwachtklier aangetast door de kanker? Dan kunnen de kankercellen zich via je lymfebanen verder verspreiden naar de rest van je lichaam. Er is dan een verdere okselbehandeling nodig. Ofwel nemen we de lymfeklieren weg uit de oksel (dat heet een okseluitruiming), ofwel nemen we de klieren niet weg, maar bestralen we de oksel mee tijdens de radiotherapiebehandeling. Beide behandelingen worden al dan niet gecombineerd met chemotherapie. 

Bij chemotherapie geven we je een medicijn dat de kanker bestrijdt, meestal via een bloedvat langs een infuus. We dienen het middel toe in meerdere sessies. Het nadeel is dat chemotherapie ook gezonde cellen kan beschadigen. Mogelijke bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, vermoeidheid en bloedarmoede, al kunnen we die ongemakken steeds beter beperken. Niet bij elke borstkankerbehandeling is chemotherapie noodzakelijk. Het team bekijkt voor elke patiënt wat de meest aangewezen behandeling is. 

Bij radiotherapie proberen we de kwaadaardige cellen te vernietigen met ioniserende stralen. Als er genoeg schade is toegebracht, kan de kanker zich niet meer herstellen en gaat dood. Ook hier bestaat de kans dat we gezonde cellen raken. Dankzij de moderne technologie kunnen we dat steeds beter beperken. Je ondergaat meerdere sessies, over een periode van een aantal weken. 

Heb je een hormoongevoelige vorm van borstkanker? Dan kan je antihormonale therapie krijgen. Dat zijn medicijnen waardoor je minder oestrogeen en progesteron aanmaakt. Hiermee bestrijd je de tumor, want de kanker heeft hormonen nodig om te groeien. Hormoonremmers kunnen bijwerkingen hebben. Bespreek ze met je arts. 

Doelgerichte therapie focust op de biologische verschillen tussen kankercellen en gezonde cellen. De therapie richt zich op de eiwitten die de groei en de ontwikkeling van kanker stimuleren of die vaker voorkomen op de kankercellen dan op de gezonde cellen. Soms wordt de behandeling alleen gegeven, maar ze kan ook worden gecombineerd met andere antikankerbehandelingen.

Immunotherapie is een behandeling met geneesmiddelen die de afweer van het lichaam beïnvloeden. Die geneesmiddelen kunnen het onderdrukte immuunsysteem stimuleren of de kankercellen beter herkenbaar maken voor het immuunsysteem. Meestal krijg je immunotherapie toegediend via een infuus maar het kan ook met een onderhuidse inspuiting of een pilletje.