Scheelzienoperatie bij kinderen

• Met een scheelzienoperatie herstelt of verbetert de oogchirurg de afwijking van de oogstand.
• Soms gebeurt de ingreep om problemen met dubbelzien aan te pakken.
• Uitzonderlijk dient een scheelzienoperatie om een abnormale positie van het hoofd te verbeteren. 

• Een scheelzienoperatie gebeurt altijd ambulant. Je kind hoeft dus niet in het ziekenhuis te overnachten, het gaat om een dagopname.  
• De operatie plaats in ZAS Augustinus of ZAS Paola. 

• Tijdens een consultatie legt de oogarts uit hoe de operatie zal verlopen.
• Je vult als ouder een medische vragenlijst in en ondertekent een goedkeuringsformulier.
• De oogarts schrijft oogdruppels en oogzalf voor die je bij je apotheek kan ophalen (ZAS Augustinus) of je krijgt oogzalf mee de dag van de ingreep (ZAS Paola).  
• Je krijgt afspraken mee voor de controles achteraf. 

• Je kind is nuchter. De operatieplanners bellen je de dag voor de ingreep en geven je het juiste uur van opname door. Ze leggen dan ook uit vanaf wanneer je kind niet meer mag eten en drinken.
• Breng een pyjama en knuffel mee. 

• De operatie duurt ongeveer 1,5 uur.
• 1 ouder mag je kind begeleiden in de operatiezaal tot het in slaap is gevallen.
• Je kind is tijdens de ingreep volledig verdoofd.
• De oogchirurg opereert aan 1 of meerdere spieren aan de buitenkant van beide ogen. Uitzonderlijk beperkt de ingreep zich tot de spieren van 1 oog.
• De arts verkort de oogspieren om ze te versterken of plaatst ze naar achteren om ze te verzwakken.
• Om de spieren op hun plaats te houden, gebruikt de arts hechtingen die oplossen. Het is dus niet nodig om ze te laten weghalen.
• Na de ingreep brengen we je kind naar de ontwaakzaal, waar de verpleegkundigen eventuele pijn en misselijkheid opvolgen.  
• Daarna brengen we je kind terug naar het dagziekenhuis.
• Zodra je kind hersteld is van de verdoving mag het naar huis. Meestal is dat ongeveer 5 uur na de ingreep. 

• Bij kinderen geopereerd in ZAS Augustinus: gedurende 1 week 3 X per dag Tobradex-druppels en 1 X per dag ’s avonds voor het slapengaan Tobradex-zalf
• Bij kinderen geopereerd in ZAS Paola: gedurende 5 dagen: 2 X per dag Maxitrol-zalf 

• De eerste uren na de ingreep kan je kind misselijk zijn en/of hoofdpijn hebben.
• De eerste dagen na de ingreep kunnen de ogen gevoelig en rood zijn en mogelijk tranen ze. Gebruik de oogzalf zoals voorgeschreven.
• Doen de ogen pijn? Geef je kind dan een pijnstiller.
• Je kind kan last hebben van het licht en tot enkele dagen na de ingreep wat dubbelzien. Als het blijft dubbelzien, is een bijkomende behandeling nodig.

Het duurt enkele weken voor de ogen van je kind volledig genezen zijn. 

• De eerste week na de ingreep mag je kind niet in de geopereerde ogen wrijven.
• Je kan de wimpers eventueel voorzichtig reinigen met een wattenschijfje en water.
• Normale activiteiten – zoals lezen of tv-kijken – mag je kind onmiddellijk opnieuw doen.
• De eerste week na de ingreep mag je kind geen bad of douche nemen.
• Vermijd activiteiten waarbij je kind zwaar kan vallen of veel druk mee zet, zoals trampolinespringen, voetballen en skaten.
• Je kind blijft 5 dagen thuis van school en mag 2 weken niet turnen of sporten en 1 maand niet zwemmen. Je krijgt een doktersattest mee voor school.
• Laat je kind geen contactlezen dragen in de geopereerde ogen tot de oogarts zegt dat het veilig is. Meestal is dat 4 tot 6 weken na de ingreep.

Maak je je zorgen over bepaalde problemen? Neem dan contact op met de dienst Oogheelkunde. 

Een scheelzienoperatie is veilig maar geen enkele medische ingreep is zonder risico. Bij een scheelzienoperatie is de kans op complicaties relatief laag.

Mogelijke complicaties zijn:

• Een litteken of cyste van het oogbindvlies. Als die niet verdwijnen, is een bijkomende behandeling nodig.
• Een lokale infectie, bloeding of allergie (zoals bij elke operatie).
• Een losgekomen oogspier. Dat is een uitzonderlijke maar onvoorspelbare complicatie waarvoor soms een bijkomende operatie nodig is.
• De hechtingen, nodig om de oogspier opnieuw aan de oogbol te bevestigen, kunnen – uitzonderlijk – te diep aangebracht worden en een perforatie veroorzaken. Als dat gebeurt, is een controle van de binnenkant van het oog nodig en eventueel een bijkomende behandeling. 

1 tot 4 dagen na de operatie ga je met je kind op controle bij de oogarts.

De positie van de ogen kan in de volgende maanden of jaren veranderen. Tot meerdere jaren na de ingreep zijn er controles en mogelijk nieuwe operaties nodig. 

Over het algemeen vindt ongeveer 90 % van de patiënten dat na de operatie het scheelzien verbeterd is. Het is mogelijk dat het scheelzien na de operatie niet volledig weg is. Een tweede operatie kan nodig zijn om een aanvaardbare oogstand te bereiken.

Belangrijk:

• Een scheelzienoperatie kan een lui oog (amblyopie) niet genezen.
• Als je kind voor de ingreep een bril of lenzen droeg, blijft het die ook daarna nodig hebben.