Tijdens het onderzoek lig je op een röntgentafel met daarboven een röntgenbuis. Die stuurt röntgenstralen door het te onderzoeken lichaamsdeel. Enkele voorbeelden:
- Röntgenfoto van de borstkas: om long- of longvliesaandoeningen aan te tonen of uit te sluiten. Daarnaast kunnen we zo de botstructuren van je borstkas evalueren om bijvoorbeeld een ribfractuur uit te sluiten.
- Röntgenfoto van de botten en gewrichten: om trauma’s of ziektes van de botten of gewrichten aan te tonen of uit te sluiten.
- Röntgenfoto van de buik: om ziektes in de buik aan te tonen of uit te sluiten, bijvoorbeeld een opstopping van de darmen of een perforatie van een darmstructuur.
- Röntgenfoto van de wervelkolom: om traumatische letsels of ziektes van de wervelkolom aan te tonen of uit te sluiten.
- Röntgenfoto van de slokdarm of maag van je kind: je kind krijgt een beetje contrastvloeistof (vloeistof die goed zichtbaar is op een röntgenfoto) via de maagsonde, een flesje of een bekertje toegediend.
Soms krijg je eerst een contrastmiddel toegediend. Daarmee kunnen we bepaalde weefsels en organen beter in beeld brengen.
Risico’s ioniserende straling
Voor een röntgenonderzoek (RX) gebruiken we ioniserende straling (röntgenstraling). Die kan mogelijk doordringen tot in het DNA van een lichaamscel. De kans op nadelige effecten voor de gezondheid is klein. Toch moeten we omzichtig omspringen met de toediening van röntgenstraling.
Lees meer over de risico’s van ioniserende straling (röntgenstraling)
1 - 3 van 3
Dienst
Medische beeldvorming
Radiologie
Aanwezig in de volgende locaties:
Dienst