Holtermonitoring

Wanneer je regelmatig hartritmestoornissen  hebt, kan de arts je voorstellen om een holter te dragen. Dat is een draagbaar apparaat dat voortdurend de elektrische activiteit van je hart meet. Daarmee kan de arts de oorzaak van de hartritmestoornis opsporen.

Hoe verloopt het onderzoek?

• In het ziekenhuis wordt de holter op je lichaam geplaatst via een band of riem. Aan het apparaat hangen klevertjes (elektrondes) die de verpleegkundige je borstkas kleeft. Die registereren 1 of meerdere dagen constant je hartritme.
• De cardioloog bepaalt hoelang je hartritme  dient opgevolgd te worden. Meestal is dat 24 uur, maar in bepaalde situaties kan dat ook 48 uur, 1 week of langer zijn. Dat wordt op de raadpleging besproken.
• Tijdens de monitoring houd je een dagboek bij. Zo kan de arts later de eventuele afwijkingen in de registratie vergelijken met je activiteiten en klachten op dat moment.
• Het resultaat van dit onderzoek is een uitgebreid ECG, waarop eventuele afwijkingen amper gemist kunnen worden. De cardioloog zal de opname beoordelen om zo de oorzaak van je hartritmestoornissen te achterhalen.