Cardiale MRI

Een beeldvormingstechniek die aan de hand van snel wisselende magnetische velden  beelden maakt. Op die beelden ziet de arts zeer gedetailleerd je lichaamsstructuren, waaronder ook de structuren van je hart.

De cardioloog heeft daardoor een optimaal beeld van de grootte van de verschillende hartkamers  en grote bloedvaten, van de dikte van de hartspierwand, van de structuur en functie van de verschillende hartkleppen  en van eventueel aanwezig littekenweefsel .

Hoe verloopt het onderzoek?

• Het onderzoek gebeurt op de dienst Medische beeldvorming - MRI .
• Je moet nuchter zijn: in de 6 uur voor het onderzoek mag je niet eten of drinken.
• Heb je een geïmplanteerde toestel  (pacemaker, defibrillator, pijnpomp, neurostimulator ) of een recente prothese  (knie-, heup-, elleboog-, schouderprothese)? Dan mag je géén MRI-onderzoek ondergaan, tenzij met akkoord van de arts.
• De verpleegkundige plaatst een infuus, waarlangs eventueel contrastof  wordt toegediend.
• Je ligt op de onderzoekstafel, die tijdens het onderzoek in het scantoestel heen en weer bewogen wordt. Je krijgt ook een koptelefoon, omdat het toestel bij het maken van de beelden veel lawaai maakt.
• Na de opnames worden de beelden verwerkt, zodat je het resultaat enkele dagen later met de cardioloog kan bespreken.