Overbruggingsoperatie of bypassoperatie

Verschillende factoren, zoals ouderdom, erfelijkheid, suikerziekte, roken, hoge bloeddruk of hoge cholesterol, kunnen zorgen voor vernauwingen aan de kransslagader . Daardoor krijgt je hartspier te weinig bloed. Dat laat zich voelen door een beklemmend gevoel of pijn op je borstkas.

Bij ernstige vernauwingen kan de kransslagader volledig dichtslibben met een hartinfarct  tot gevolg. Om dat te vermijden  

• plaatst de arts bij korte vernauwingen een stent ;
• voert de arts bij ernstige, langere vernauwingen een overbruggings- of bypassoperatie uit.

Hoe verloopt de behandeling?

De arts legt de overbruggingen (bypassen) aan met 1 of 2 borstslagaders (mammaria ) en/of een ader uit het been (vene ).

De borstslagaders bevinden zich links en rechts achter het borstbeen en geven uitstekende resultaten op lange termijn: ze blijven gemakkelijk tot 20 jaar goed functioneren. Een ader uit het been geeft minder goede resultaten: ongeveer de helft van de aders is verstopt na 10 jaar. Daarom gebruiken we bij jonge mensen bijna altijd 2 borstslagaders. Bij oudere patiënten kiest de arts sneller voor een ader uit het been, omdat zij meer kans maken op wond- en borstbeenproblemen bij gebruik van hun beide borstslagaders.

Een bypassoperatie aan de voorzijde van je hart (aan de voorste kransslagader) kan gebeuren via een kijkoperatie . De chirurg maakt dan een kleine insnede tussen de ribben, waardoor de borstkas niet volledig open moet. De borstslagader wordt dan met een camera en thoracoscopische instrumenten  vrijgelegd. De overbrugging zelf gebeurt op je kloppend hart via een kleine incisie .