Aangeboren hartafwijking

Afwijkingen die tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder gevormd zijn. Het komt bij ongeveer 1 % van alle pasgeborenen voor.

Een aangeboren hartafwijking kan voorkomen in het kader van een syndroom of kan geïsoleerd aanwezig zijn. Sommige aandoeningen geven snel aanleiding tot klachten en worden onmiddellijk na de geboorte of op kinderleeftijd ontdekt en behandeld. Daarna blijft een verdere opvolging op volwassen leeftijd aangewezen om laattijdige verwikkelingen tijdig te detecteren (zoals hartfalen  of hartritmestoornissen ).

Andere aandoeningen worden vaak slechts op volwassen leeftijd ontdekt. Gezien de grote verscheidenheid aan aangeboren hartaandoeningen en de mate waarin deze klachten veroorzaken, bepaalt de cardioloog de behandeling steeds individueel.

Er zijn verschillende soorten aangeboren hartafwijkingen. We kunnen ze indelen in:

• afwijkingen van de bloedvaten  die de bloedsomloop  belemmeren;
• klepafwijkingen  (of het ontbreken van eenhartklep ) die de bloedstroom verstoren en lekkages veroorzaken;
• onjuiste of verkeerde verbindingen tussen de grote slagaders en je hart, of tussen de grote aders en je hart;
• aandoeningen in de voorkamer  of het kamertussenschot, waardoor het bloed van de rechter- naar de linkerkant kan stromen zonder je longen te passeren, of van de linker- naar de rechterhelft zonder door de rest van je lichaam te gaan.